Behandeling jaarrekening 2022 en kadernota 2024
Vandaag tijdens de raadsvergadering werd de jaarrekening van 2022 en de kadernota 2024 behandeld. In de kadernota geeft de raad het college het raamwerk dat als basis dient voor de begroting van 2025. Lees hieronder de inbreng van fractievoorzitter Mike van Diemen.
Voorzitter,
Een paar weken geleden luisterde ik in de trein op weg naar mijn werk een podcast van een interview met Jeroen Dijsselbloem. Het was opgenomen vlak voordat bekend werd dat hij de nieuwe burgemeester van Eindhoven zou worden. En in dat interview werd de voormalig minister van financiën gevraagd wat hij vond van het financiële beleid van het kabinet nu. Zijn antwoord vond ik een mooie beschrijving van wat er in deze tijd aan de hand is. Hij zei: het kabinet smijt met tientallen miljarden euro’s, allemaal eenmalig geld omdat we dat zo goedkoop konden lenen. Een paar jaar geleden hadden we dat helemaal niet normaal gevonden, zo veel geld uitgeven. Het lijkt wel alsof in Den Haag gedacht wordt, als we maar een grote zak geld tegen een probleem aangooien, lost het zich vanzelf op. Maar te weinig geld is heel vaak niet het probleem, het probleem zit vaak in heel andere dingen.
Op een kleine schaal zien we dat in het Land van Cuijk misschien ook wel gebeuren. Meer geld lijkt het probleem niet. Het probleem, zo schrijft het college ook in de kadernota, is vooral de uitvoering, het tekort aan mensen op de arbeidsmarkt. Het feit dat je nog zo veel geld kan reserveren voor een plan, maar dat niets uitmaakt als er geen mensen zijn om het uit te voeren. De goede ambities die er zijn, moeten ook uitvoerbaar zijn. We moeten niet alleen kijken naar meer geld, maar vooral ook naar wat we nu al kunnen doen om de echte problemen op te lossen.
Na de meicirculaire zien we dat er de komende twee jaar net genoeg geld is om alle ambities uit het raadsprogramma en van het college in te kunnen vullen. Maar door keuzes van het Rijk lijkt die ruimte er in 2026 en 2027 juist niet. Het college heeft aangegeven daar zelf nog geen keuzes in gemaakt te hebben, maar juist ook de inbreng van de raad en de ruimte van de meicirculaire mee te willen nemen. Ik wil daarom stilstaan bij drie plannen uit de kadernota waar onze fractie enthousiast van wordt, waar we denken nu al een verschil te kunnen en moeten maken en daarna bij drie punten waarop GroenLinks-PvdA vindt dat er echt nog dingen anders moeten.
Waar worden wij enthousiast van?
Dat zijn bijvoorbeeld de plannen in de kadernota voor natuur: natuurontwikkeling, bermenbeheer en ecologische verbindingszones. De natuur staat namelijk enorm onder druk. Sinds 1990 zijn 85% van alle inheemse planten- en dierensoorten in Nederland verloren gegaan. Het college is bezig met een nulmeting voor de staat van de natuur in onze gemeente, waar wij ons hart voor vasthouden. Maar het feit dat we met de natuurvisie en deze plannen volop inzetten op het versterken van onze natuur is een stap in de goede richting en wat ons betreft dus zeker een prioriteit uit de kadernota.
Waar wij ook enthousiast van worden, zijn de plannen voor de uitvoering van onze cultuurvisie. Net zoals onze fractie bij de erfgoedvisie steeds heeft aangegeven, zou er één verhaal moeten komen over het Land van Cuijk: Wat zijn we nu eigenlijk, wat bindt ons en die verbinding tussen mensen, zeker ook in onze gemeente is vaak of misschien vooral cultuur. Die cultuur moeten we uitwisselen, klaar maken voor toekomstige generaties, en zoals wij in ons verkiezingsprogramma al schreven en waar we erg blij van zijn dat het college die suggestie nu zo serieus oppakt: de cultuur van het Land van Cuijk moet je met elkaar verbinden, bijvoorbeeld in een cultuurnetwerk. Dat mag wat ons betreft in de cultuurvisie komen staan en het geld voor de uitvoering hiervan is wat ons betreft hard nodig en volledig terecht.
Het laatste punt uit de kadernota dat ik positief wil uitlichten is het geld dat we hebben opgenomen als uitvoering van het actieplan bestaanszekerheid dat we dit jaar hebben aangenomen. In deze tijd van hoge prijzen, lonen die de afgelopen jaren maar nauwelijks gestegen zijn en groeiende ongelijkheid in de samenleving, is het ontzettend belangrijk dat wij ons als gemeente blijven inzetten om die ongelijkheid te bestrijden, om meer zekerheid voor iedereen te kunnen creëren.
Dan naar de punten uit de kadernota waar wij ons nog zorgen over maken.
Een eerste punt van zorg hebben we bij mobiliteit. We maken in de kadernota veel geld vrij voor investeringen in de komende vier jaar. Wij maken ons zorgen over dat dit niet zo’n post moet worden waar Jeroen Dijsselbloem voor waarschuwt: we maken veel geld vrij, maar als we daarmee gaan beginnen aan eindeloos lange ingewikkelde lobbytrajecten voor snelwegen, gaan we dat geld nooit op een goede manier kunnen gebruiken. Wat GroenLinks-PvdA betreft moeten we dan ook de komende jaren vooral focussen op wat we nu al kunnen aanpakken, bijvoorbeeld fietsverbindingen, de fietsinfrastructuur en het opvullen van de lege gaten die er nu in onze fietsroutes zijn in het Land van Cuijk. Daarin kunnen we zelf als gemeente al veel betekenen met onze investeringen. Inzetten op fietsen betekent ook minder autoverkeer in de kernen en dus betere doorstroming.
Belangrijk daarbij is dat we ook kijken hoe kleine veranderingen in iedere straat al een mooie bijdrage kunnen leveren aan een goed resultaat. Een super interessant experiment dat wij daarvoor hebben gevonden wordt nu toegepast in de gemeente Den Haag, waar inwoners hun straat kunnen aanmelden voor een fietsvlonder. Een vlonder met fietsenrekken en bijvoorbeeld een boom, ter grootte van één parkeervak, die tijdelijk in de straat geplaatst kan worden en waarna inwoners van de straat mogen aangeven of ze dat een positieve verandering vonden in hun straat of niet. Zegt de meerderheid ja, dan wordt de parkeerplek permanent ingeruild voor fietsenrekken en een boom, en anders komt de parkeerplek gewoon weer terug. Dat idee zouden wij graag willen meenemen voor ons beleid, en daarom hebben wij de volgende motie.
Iets anders waar wij ons zorgen over maken bij deze kadernota zijn de gemeenschappelijke regelingen. Bij vrijwel iedere gemeenschappelijke regeling is er dit jaar veel extra geld gevraagd, en wij denken dat we hier met zijn allen, college en gemeenteraad, niet scherp genoeg op zijn geweest het afgelopen jaar. In de toekomst moet dat echt anders, en daarom willen wij met een motie het college oproepen om scherper de discussie aan te gaan in onze gemeenschappelijke regelingen, om meer inzicht te geven aan de gemeenteraad en om een standaardzienswijze voor te bereiden voor alle gemeenschappelijke regelingen, om overal te kunnen sturen op lagere kosten.
Ik wil straks afsluiten met onze beschouwing op hoe het college richting de begroting om zou moeten gaan met het gat in de kadernota vanaf 2026, maar we hebben ook nog een ander punt waar we richting de begroting aandacht voor willen vragen.
Dat heeft ook te maken met het tekort aan mensen in de arbeidsmarkt. Op dit moment mogen asielzoekers na 6 maanden in Nederland te zijn namelijk wel betaald werk doen, maar dat niet langer dan 26 weken per jaar. Dit vinden wij, en met ons ook andere gemeenten, geen goede situatie. Ten eerste omdat er dus een tekort is aan arbeidskrachten, maar ook omdat het niets mogen doen leidt tot verveling en stress, omdat de levens en ontwikkeling van mensen stil staan en omdat werken natuurlijk de integratie bevordert.
Wij zouden daarom graag, in navolging van bijvoorbeeld een pilot in de gemeente Almere, asielzoekers de kans geven eerder en langer aan het werk te gaan. Omdat die pilot in Almere hiervoor in de komende maanden wordt geëvalueerd, kiezen we ervoor nu niet met een motie te komen maar even te wachten om de ervaringen van daar zijn. Maar wij zullen hier dus bij de begrotingsbehandeling op terugkomen.
Tot slot, voorzitter, een kadernota is per definitie nooit concreet, maar in dit geval zijn belangrijke keuzes ook echt nog niet gemaakt, we hebben simpelweg alle ambities opgeschreven. GroenLinks-PvdA is blij met de ambities vanuit dit college en vanuit ons raadsprogramma. We willen vooruit, in een tijd die dat ook van ons vraagt. Als er keuzes gemaakt moeten worden kiezen wij er dan ook niet voor om minder ambitieus beleid te maken. Tegelijkertijd zijn wij van mening dat je met een zak geld niet zomaar de problemen oplost en maken wij ons zorgen over de uitvoerbaarheid van alle ambities. Ook vinden wij het in deze tijd van inflatie, van hoge kosten en te lage lonen, niet te verantwoorden om de belastingen te verhogen voor nieuw beleid. Wat ons betreft worden belastingen zoals de OZB dus niet verder verhoogd dan met de indexatie nodig is.
Wat dan overblijft is de richting die we wat GroenLinks-PvdA betreft moeten kiezen om onze begroting sluitend te krijgen: vol ambitieus beleid, iets temporiseren om het ook betaalbaar te houden. Geen half werk met halve ambities, maar volle bak vooruit met alles wat we nu kunnen realiseren. Een zak geld lost geen problemen op, maar goed ambitieus beleid wel. Laten we dat maken, op naar de begroting voor 2024.